Tölt in je zit krijgen
Tölt vind ik de gaafste gang om te ervaren als ruiter. Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Elke gang heeft zijn eigen charme en bijzondere karakter, maar tölt spreekt wat mij betreft toch het meest tot de verbeelding. Vanwege het snelle ritme, de bruisende energie, de tempovariatie en het individuele karakter – geen paard tölt hetzelfde!
Voor de overgrote meerderheid van de IJslanderruiters is tölt de belangrijkste reden dat ze voor een IJslands paard hebben gekozen. Voor mij ook.
Ruiterzit
Het mooiste van het rijden van tölt vind ik de verbinding met het paard die je als ruiter voelt. In tölt, meer nog dan in de basisgangen, is de ruiterzit het belangrijkste communicatiemiddel met het paard. Waar je in draf het paard vooral volgt in de bewegingen, gebruik je in tölt je zit om je paard actief te begeleiden. Je ‘praat’ daarbij met jouw spieren rechtstreeks met de spieren van je paard.
Aantölten
Dat ‘praten’ met je zit begint al bij het aantölten. De overgang van stap naar tölt is geen eenduidige, zoals van stap naar draf. Voor draf raak je je paard even aan met je onderbeen en hup, hij draaft aan. Voor tölt moet het paard eerst zijn aanspanning en bewegingsritme verhogen. Om die reden gebruik je je beenhulpen ook heel anders dan wanneer je draf vraagt. Geen korte kuithulp, maar een geleidelijk en gedoseerd opvoeren van je beendruk, waarbij je je beenspieren ritmisch aanspant. Je paard pakt dat ritme op, en zo kun je vanuit stap geleidelijk doorschakelen naar tölt.
Doorhangende teugel
Eenmaal in tölt is het een kwestie van voortdurend je spierspanning afstemmen op je paard en het ritme onderhouden door het te absorberen en terug te geven aan het paard.
Heel mooi om te ervaren, dat communiceren via je zit in tölt. Ik denk dat elke ruiter met de nodige tölt-ervaring dit wel kan beamen!
Het mooiste is het als het hierbij lukt om de teugelhulpen super subtiel te houden en alleen in te zetten om het paard een beetje te begeleiden in het behouden van zijn zelfhouding. Zodanig dat de teugelverbinding niet méér is dan het gewicht van de teugel. Dan tölt het paard op eigen benen, in een goede balans. En voelt de tölt voor de ruiter alsof het paard onder hem danst.
Taktzuivere tölt behouden
De begeleiding in tölt werkt bij elk paard weer net iets anders. Als ruiter moet je dat leren aanvoelen. ‘Tölt moet je in je zit krijgen’, heb ik weleens horen zeggen, en zo is het eigenlijk precies. Je hebt te maken met een gang die nogal kan variëren in takt en balans.
Uiteraard heb je de zogenaamde natuurtölters die bijna uit zichzelf tölten. Maar echte natuurtölters zijn dun gezaaid, en ook de gemakkelijkste tölter kan gaan rollen of lateraal worden als de ruiter te passief is, het paard in de weg zit of de hulpen verkeerd inzet. Bij de meeste paarden zul je als ruiter de tölt actief moeten begeleiden, vooral met je zithulpen, om een taktzuivere tölt te behouden. Dat vraagt om een behoorlijk verfijnde lichaamsbeheersing.
Onzichtbare inspanning
Helaas wordt vaak onderschat wat het fysiek en mentaal vraagt van de ruiter om de tölt goed te ondersteunen. Tölt kan er van de buitenkant uitzien als een gang die de ruiter geen enkele moeite kost. Maar schijn bedriegt. Ruiters die hun paard goed begeleiden in tölt, leveren een onzichtbare inspanning. Het feit dat ze relatief stil zitten, betekent niet dat ze weinig doen.
Bij ruiters die het meer moeite kost om hun paard te laten tölten, zit het probleem vaak in hun manier van zitten: te los of juist erg stijf, gebrek aan goede vormspanning, geen goede positionering van benen, armen en/of bovenlichaam. Doordat ze met hun zit niet ‘ingetuned’ zijn op hun paard, zijn deze ruiters traag en niet erg effectief in hun ondersteuning. Ze kunnen het töltritme niet aan hun paard doorgeven. Daardoor gaan ze, al dan niet onbewust, te veel regelen met de teugel, wat natuurlijk spanning oproept bij hun paard. Jammer, want zo wordt tölten een moeizame aangelegenheid, in plaats van het feestje voor ruiter en paard dat het kan zijn.
Ruiterfitness
Heb jij ook problemen met het rijden van tölt met jouw IJslander, terwijl hij wel kan tölten en ook goed is ingetölt? Of lukt het tölten wel, maar moet je alle zeilen bijzetten om de takt en de opwaartse energie te behouden? Ga dan eens kritisch bij jezelf na hoe het gesteld is met je balans en lichaamsgebruik als ruiter. Kun je een zuiver gecentreerde balans handhaven zonder je vast te houden in je onderrug? Is jouw core stability daar krachtig genoeg voor? Zijn jouw beenspieren voldoende getraind om de benodigde elastische spierspanning te kunnen onderhouden zonder te verkrampen of te verkorten? Is je lichaamsbewustzijn zodanig ontwikkeld dat je je spierspanning kunt doseren? En, heel belangrijk, kan je de juiste concentratie opbrengen om jezelf hierin effectief aan te sturen?
Goede töltinstructie en de juiste focus zijn essentieel om je töltskills te ontwikkelen. Maar het is heel nuttig om daarnaast aan je lichamelijke conditie te werken. Aan je ruiterfitness. Om de tölt in je zit te krijgen, moet je namelijk niet alleen je gevoel voor de tölt als gang ontwikkelen, maar ook je töltspieren. Als je daarin investeert, zul je merken dat je je paard veel beter kunt begeleiden en ondersteunen in tölt. En dan wordt samen tölten inderdaad een feestje, en kun je met een grote glimlach samen met je paard genieten van deze unieke gang.
Binnenkort publiceer ik deel 2 en 3 van Tölt in balans. Deel 2 gaat over het rijden van tölt met een doorhangende teugel. In deel 3 geef ik tips voor het verder verbeteren en verfijnen van het rijden van tölt.
© Marieke Mulder 2024
