Dank je wel, paard!

door Marieke Mulder

Bedenk wat vaker hoe bijzonder paardrijden eigenlijk is

Gedurende het grootste deel van de geschiedenis van de mensheid was paardrijden een middel om van A naar B te reizen, of om oorlog te voeren. Pas vanaf het begin van de 20-ste eeuw kreeg paardrijden geleidelijk een andere betekenis. Het werd een vorm van sport en recreatie. Doelmatigheid maakte plaats voor uitdaging, opwinding en ontspanning. Men begaf zich te paard vanwege het plezier in het rijden: ‘het geluk der aarde ligt op de ruggen der paarden’.

Bedrijfstak

Op het bovengenoemde geluk is inmiddels een zeer omvangrijke bedrijfstak gebaseerd. Er gaat gigantisch veel geld om in de paardenwereld. De belangen zijn groot.

Helaas betekent dat ook dat er misstanden plaatsvinden. Paardensport en alles eromheen draait om de mens, niet om het paard – uitzonderingen daargelaten. Hoe je het ook wendt of keert, we gebruiken net als vroeger het paard voor ons eigen voordeel.

Moeten we dan maar stoppen met rijden en onze paarden met rust laten? Is paardrijden per definitie onethisch? Wat mij betreft niet. Het gaat vooral om de intentie waarmee we rijden en omgaan met onze paarden. Die intentie maakt het verschil.

Mindful paardrijden

Er zijn ruiters aan wie je in één oogopslag ziet dat ze paardrijden met plezier. Of dat nu blijkt uit een brede glimlach of uit een rustige concentratie, je kunt zien dat ze in hun element zijn. En dat dat doorwerkt in de communicatie met hun paard. Wil je een populaire term gebruiken voor hoe deze ruiters overkomen, dan zou je kunnen zeggen: mindful. Ze zijn in het moment, samen met hun paard.

Mooi om te zien, vind ik. Het werkt ook aanstekelijk, je krijgt zelf zin om te rijden, je rijdt als het ware in gedachten mee.

Uiteraard hebben ook deze ruiters weleens een dag waarop het rijden wat minder lekker gaat. Waarop ze wat minder ‘mindful’ paardrijden. Niets gaat altijd perfect en is altijd alleen maar geweldig. Maar dat tast hun oprechte plezier in het rijden niet aan.

Graag een fijne ruiter willen zijn

Er zijn ook ruiters bij wie het rijden weinig plezier en mindfulness uitstraalt. Het ziet er moeizaam uit, ruiter en paard begrijpen elkaar niet, de ruiter zit het paard en zichzelf in de weg. Of de ruiter zit vast in een prestatiefocus en is te veel bezig met het resultaat om te kunnen ontspannen en te genieten.

Dat vind ik zo jammer. Ook omdat ik het wel een beetje herken. Zelf was ik in het verleden best snel gefrustreerd als iets niet lukte tijdens het rijden. Ik weet hoe moeilijk het kan zijn om dat los te laten. Ook als je de beste bedoelingen hebt en graag een fijne ruiter wil zijn voor je paard, kun je vastzitten in zo’n patroon.

Voor de duidelijkheid, ik heb het niet over botte, ruwe ruiters zonder enige compassie met hun paard. Die heb je helaas ook. Die kunnen wat mij betreft beter een andere hobby kiezen waarin ze zich uit kunnen leven. Kickboksen ofzo.

Rijden als tweerichtingverkeer

Hoe kom je als goed bedoelende ruiter los van die bewijsdrang, die doelgerichtheid die je regelmatig belemmert om echt van het rijden met je paard te genieten? Daarvoor is het nuttig om je af te vragen waarom je paardrijdt. Met als uitgangspunt dat paardrijden niet vanzelfsprekend is. Niet om jezelf een schuldgevoel aan te praten, maar omdat de vanzelfsprekendheid waarmee we dagelijks op onze paarden stappen doorwerkt in ons rijden. Als je je regelmatig kunt verwonderen over het feit dat paarden ons op hun rug accepteren, kan dat ruimte geven voor een andere beleving van het rijden. Minder resultaatgericht, meer procesgericht. Met ruimte voor de inbreng van je paard.

Paarden zijn niet dom

Een dressuurruiter van de oude garde noemde paarden in een hippisch magazine ooit ‘oliedom’, en vond dat dat onder meer bleek uit het feit dat ze een ruiter accepteren. Cynisme ten top: als ruiter profiteer je blijkbaar van de domheid van je paard. Toch ben ik bang dat meer ruiters er zo tegenaan kijken, als je afgaat op hun rijstijl.

Behalve cynisch vind ik het totale b*sh* een paard oliedom te noemen omdat het zich als rijdier laat gebruiken. Aan de inzet van het paard als rijdier is een proces van domesticatie voorafgegaan, waarna de mens het paard steeds meer naar zijn hand is gaan zetten. Het paard heeft zich daarbij aan ons aangepast om te overleven, niet uit domheid. Verdraagzaamheid en aanpassingsvermogen zijn geen ‘domme’ eigenschappen, integendeel. Het feit dat door de mens veelvuldig misbruik gemaakt werd van deze eigenschappen, en dat dat nog steeds gebeurt, zegt meer over de mens dan over het paard.

Paardrijden als dialoog

Te veel ruiters, ook ruiters die op zich van goede wil zijn, eisen voortdurend van alles van hun paard. Goed paardrijden is voor deze ruiters vooral effectief paardrijden, in de zin dat ze het paard daar krijgen waar ze het willen. Hun paard wordt piekfijn verzorgd, kosten noch moeite worden daarbij gespaard, en dat uurtje dat ze rijden moet ie daarom gewoon luisteren.

Voor velen klinkt dat misschien als een redelijke ‘deal’, maar met deze instelling reduceer je je paard tot een middel om jouw doel te bereiken. Daarmee doe je niet alleen je paard tekort. Je ontneemt jezelf de ervaring van het rijden als dialoog, in plaats van eenrichtingsverkeer. En de kans om in de interactie met je paard jezelf beter te leren kennen en te ontwikkelen.

Paardvriendelijke ruiter

Hopelijk gaan steeds meer ruiters inzien dat paarden hun eigen, unieke vorm van intelligentie hebben en dat ze ons veel over onszelf kunnen leren als we ze daar de ruimte voor geven. Dat ze ons kunnen helpen een betere versie van onszelf te worden. Paarden zijn meesters in spiegelen. Hiermee geven paarden ons iets heel bijzonders, en als ruiters moeten we daar iets tegenover stellen: liefde, respect en inlevingsvermogen. Ruimte om iets terug te zeggen, om hun mening te geven, om te ervaren dat er naar ze geluisterd wordt. En, niet te vergeten, dankbaarheid.

Wees een paardvriendelijke ruiter. Geef je paard die ruimte en die erkenning, en hij zal je zo veel meer teruggeven.

© Marieke Mulder 2024