Een goede ruiterzit is de basis voor goed paardrijden. Als jij als ruiter goed zit, zit je je paard niet in de weg. Dan kan je paard beter en gemakkelijker bewegen, en stelt hij zich gemakkelijker open voor jouw hulpen. Los daarvan, als je fijn en stabiel op je paard zit, is paardrijden ook gewoon veel leuker en comfortabeler voor jezelf.
Uiteraard zijn goede instructie en veel kilometers maken te paard belangrijk voor het ontwikkelen van je zit. Daarnaast kun je zelf ook aan je zit werken, bijvoorbeeld aan de hand van de volgende tips.
1. Begin het rijden met aandacht voor ontspanning
Besteed na het opstappen een paar minuten aan fysieke en mentale ontspanning. Ontspanning, vrij zijn van negatieve spanning, is onmisbaar bij het werken aan je zit en aan de connectie met je paard. Een ontspannen ruiter is een voorwaarde voor ontspanning en concentratie bij het paard. En bij jezelf; alleen zonder negatieve spanning kun je je concentreren op je balans en je zelfgebruik te paard.
Om je bewust te ontspannen kun je je bijvoorbeeld een tijdje concentreren op je ademhaling terwijl je paard rustig rondstapt. Adem langzaam in door je neus en naar je ribben/flanken. Adem uit door je mond, en zo volledig mogelijk. Stel je daarbij voor dat je bekken, benen, heiligbeen (onderrug) en voeten zwaar worden, en je bovenlichaam en hoofd licht. Ontspan ook bewust je ogen en je gezicht.
2. Ontwikkel een innerlijk beeld van een goede zit
Als je je zit wilt verbeteren, is het belangrijk dat je een innerlijk beeld hebt van een ‘goede zit’. Hiertoe kun je bijvoorbeeld ruiters met een hele goede zit observeren en je tijdens het rijden voorstellen dat je zo’n ruiter bent. Je kunt een goede zit ook voor jezelf omschrijven, en die omschrijving tijdens het rijden oproepen in de vorm van een paar steekwoorden of -zinnen. Bijvoorbeeld: ‘stabiel’, ‘opwaarts’, ‘licht’, ‘moeiteloos’, ‘je vorm behouden zonder spanning’, ‘de beweging van het paard in je opnemen’.
3. Maak gebruik van visualisaties
Om je balans en houding te paard te verbeteren, werkt het goed om gebruik te maken van visualisaties. Bijvoorbeeld:
– Een denkbeeldige bal in je midden stevig op zijn plek houden (om je zwaartepunt te centreren)
– Denkbeeldig zand in je voeten laten lopen (om je benen lang en je voeten recht onder je te houden)
– Je rug lang en breed denken (om balans te vinden in je rug)
– Je zitbeenknobbels recht onder je houden en verbinden met de rug van het paard
– Je hoofd voorstellen als een zwevende heliumballon die met een touwtje aan je wervelkolom vastzit (om je hoofd recht boven je wervelkolom te houden en je nek vrij te houden van spanning)
4. Leer jezelf aan de focus op je zit te houden, en niet op je handen
Het is een behoorlijke uitdaging om je als ruiter vooral op je zit te focussen, in plaats van op je handen. Let er maar eens op tijdens het rijden. Je handen doen vaak al iets voordat je het door hebt. Een berucht voorbeeld is onbewust terugwerken met de binnenhand.
De neiging snel in te grijpen met de teugels komt voort uit de menselijke gewoonte om controle te houden door dingen vast te pakken/vast te houden. Het afleren van deze gewoonte kost veel tijd en concentratie. Helemaal kwijtraken zal misschien niet lukken, maar als je je bewust bent van de gewoonte en ervoor kiest deze geleidelijk los te laten, kun je een heel eind komen. Het gaat erom dat je je realiseert dat de wezenlijke verbinding met het paard niet de teugel is, maar de zit.
Rij regelmatig met een licht doorhangende teugel, daarmee train je jezelf in het rijden met je zit. Je kunt ook af en toe rijden met een balansteugel, een teugel om de hals in plaats van aan het hoofdstel.
5. Ga back to basic rijden
Beperk je in je rijden eens tot het zo bewust mogelijk rijden van simpele lijnen in stap, zodat je de tijd hebt om tot in de details gewaar te worden hoe je op je paard zit, en wat je verbeterpunten zijn. Door dit soort basiswerk leer je de automatische piloot uit te zetten. Dat is nodig om niet onbewust steeds in oude gewoontes te vervallen, maar deze juist bewust los te laten zodat je vervolgens jezelf kunt verbeteren.
Het is belangrijk dat je hierbij de focus vooral op jezelf houdt, in plaats van vooral bezig te zijn met de houding, beweging en reacties van je paard. Een waardevol inzicht van Centered Riding is dat de ruiter het paard alleen kan verbeteren door aan zichzelf te werken. Als je er de tijd voor neemt, zul je merken dat elke verbetering in jouw functioneren als ruiter positief door je paard beantwoord wordt.
6. Check of je met een voor jou passend zadel rijdt
Een zadel moet goed op je paard passen zodat het hem niet belemmert in de bewegingen. Maar het is net zo belangrijk dat het zadel jou past. Een zadel dat jou in een houding fixeert, of je te veel naar voren of naar achteren zet, is per definitie slecht voor je zit (en voor je lichaam). Het zadel moet je ruimte geven om vanuit een neutrale positie van je bekken en wervelkolom zelf je zit vorm te geven. Zadels met een erg diepe zit en/of enorm grote kniewrongen belemmeren dit.
Krijg je pijn in je onderrug en/of heupen door je zadel, dan is het zeker tijd om op zoek te gaan naar een ander zadel. Laat een goede, onafhankelijke zadelpasser eens kritisch naar je zadel kijken als je twijfelt, en vraag diegene indien nodig om advies bij het uitzoeken van een zadel dat jou wel goed laat zitten.
7. Ga eens zonder zadel rijden
Als je paard een beetje betrouwbaar is, kun je het zadel ook eens weglaten. Rijden zonder zadel is namelijk een heel goede manier om je balans te verbeteren. Je kunt niet terugvallen op de steun van je zadel en beugels, je moet het echt hebben van je core stability. Het rijden zonder zadel kan je helpen om op alle fronten een betere ruiter te worden – dat is in ieder geval mijn eigen ervaring.
Ik zou het zonder zadel rijden in stap opbouwen (of sowieso alleen stappen), dan kun je rustig oefenen met het reguleren van je balans vanuit je midden. In draf en galop is dat toch een stuk uitdagender, al zal dat per paard verschillen. Vind je het te spannend om zonder zadel te rijden, dan kun je ook oefenen met rijden met je voeten uit de beugels om je balans te trainen. Een andere optie is rijden met een barebackpad, dan heb je net iets meer stevigheid en houvast dan helemaal zonder zadel.
8. Plan een sessie in op een equisimulator
Een equisimulator is een apparaat dat de bewegingen van een paard simuleert. Een soort kunstpaard dus. Het zou een hoop manegepaardenleed schelen als beginners eerst een redelijke basisbalans ontwikkelen op een simulator, in plaats van op een levend paard. Maar ook als meer gevorderde ruiter kun je veel baat hebben bij een paar sessies op een equisimulator, omdat zo’n apparaat zich, anders dan een echt paard, niet aanpast aan kleine of grotere onvolkomenheden in jouw zit en balans. Daardoor krijg je direct feedback van het apparaat. Er zijn diverse soorten equisimulatoren, zowel mechanisch als electrisch.
9. Zorg voor feedback op je zit te paard
Bij het werken aan je zit is goede feedback van wezenlijk belang voor je leerproces. Als je les hebt, krijg je feedback van je instructeur. Wil je echt goed leren zitten op je paard, dan is het belangrijk dat je een instructeur hebt die het belang inziet van het werken aan een goede zit, en die jou met heldere, goed onderbouwde aanwijzingen daarbij kan helpen.
Als je voor jezelf rijdt, is het handig als je regelmatig kunt checken hoe je op je paard zit. Zo kun je nagaan of jouw gevoel overeenkomt met het werkelijke beeld. Je kunt gebruikmaken van een speciale rijspiegel, of van je weerspiegeling in een raam. Je kunt jezelf tijdens het rijden regelmatig laten filmen om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van je zit.
Maar de belangrijkste feedback krijg je van je paard: hoe beter jouw zit en balans, hoe gemakkelijker jouw paard zich onder je kan bewegen en hoe beter jullie samenwerking zal zijn.
10. Werk aan je ruiterfitness
Het is misschien een open deur, maar het is veel gemakkelijker om een goede zit te ontwikkelen als je lichamelijk fit bent. Daarom loont het om naast het rijden goed voor je lichaam te zorgen, je gewicht binnen de perken te houden en actief te werken aan de fysieke kwaliteiten die je als ruiter nodig hebt. Behalve een goede algemene conditie gaat het dan vooral om een goede core stability en een goed ontwikkeld lichaamsbewustzijn. Beide kun je ontwikkelen en verbeteren door middel van specifieke oefeningen.
Één tip kan ik alvast geven: wil je op een leuke, redelijk laagdrempelige en effectieve manier aan je core muscles werken, koop dan een (verzwaarde) fitnesshoepel en ga daarmee trainen. Je moet even de slag te pakken krijgen, maar het levert je na enige tijd regelmatig trainen een krachtiger core op. Ook train je je vermogen je spieren ritmisch aan te spannen. Uit eigen ervaring weet ik dat dit enorm helpt om gemakkelijker en beter op je paard te zitten.
© Marieke Mulder 2024
